In Geesteren waren, zeker aan het eind van de oorlog, heel veel onderduikers. Het waren vooral mannen die niet naar Duitsland wilden om daar te werken. Zo wordt in 1942 de dan achttienjarige Jaap Rijsdijk uit Ridderkerk ondergebracht bij boerderij "Kolkman" van de familie Hietland aan de Dorpsstraat in Geesteren. Jaap krijgt een vals persoonsbewijs en wordt landbouwknecht. Hij was een aardige jongeman met een sterke persoonlijkheid. Jaap wordt verliefd op de dochter des huizes, Gerda Hietland. Ze maken samen plannen en willen na de oorlog gaan trouwen.

Jaap was ook actief in het verzet en nam deel aan de Binnenlandse Strijdkrachten. Op 5 juni 1945, dus na de bevrijding, leveren de onderduikers hun geweren in bij de toenmalige kleuterschool. Hier wordt een vreselijke fout gemaakt: de onderduikers zitten wat grappen te maken met hun geweren. Dan schiet een van de onderduikers per ongeluk op Jaap. Gerda is aan het melken en hoort het schot. Al gauw hoort ze dat haar geliefde Jaap is overleden. Jaap sterft per ongeluk, en wordt slechts 21 jaar.