Het bijzondere verhaal van

de familie Meijers

Het enige Joodse gezin in Geesteren

De Joodse familie Meijers was een heel gewoon Geesterens gezin. Ze woonden in het centrum van het dorp aan de Esweg. Bernard was veehandelaar. Hij haalde bij menig boer zieke en oude dieren op met zijn stortkoare. Hij en zijn vrouw Eva Salomons krijgen drie zonen: Manuel, Philip Levie en Henri. Die gingen hier naar de lagere school, maar gingen ook naar de Joodse les in Borculo. Ze waren lid van de synagoge in Borculo.

 

Het gezin doet altijd aan alle activiteiten en feesten mee in het dorp, behalve op zaterdag, want dan is het sjabbat. Ze nemen deel aan de schoolfeesten, het Oranjefeest en de Schutterij. De dan 19-jarige Philip Levie wordt in 1938 zelfs schutterskoning van Geesteren.

 

Jan Nijland is de buurjongen en even oud als Manuel. Ze zijn beste vrienden en halen samen mooi wat undeugde uut. Zo brengt Manuel geregeld een kip van zijn ouders naar de Joodse slager in Borculo om daar koosjer te worden geslacht. Dit kostte 10 cent. Jan en Manuel maken een plan. Jan zegt: "Breng die kippe maor bie mie, dan slacht ik ‘m wa. En verdeelt wie met zien beiden die 10 cent." Aldus geschiedde. Dit is een paar keer gebeurd, totdat de Joodse slager een keer aan vader Bernard vraagt: "Eten jullie geen kip meer?" Dat was het einde van het geheim van de buurjongens.

 

Manuel wordt verliefd op Sofia van Gelder. Zij is eind jaren dertig met haar ouders gevlucht vanuit Duitsland en woont in Enschede. In augustus 1942 trouwen ze voor de burgerlijke stand. De Joodse huwelijksvoltrekking vindt niet plaats. In september komt Sofia bij in het huis aan de Esweg wonen.

 

Tot 2020 is het onbekend dat de familie Meijers ondergedoken heeft gezeten. Bij de oproep om meer informatie over de familie Meijers meldt Grada Geverink-Snelder zich. Zij vertelt dat ze allen bij hen op de boerderij hebben ondergedoken gezeten, in een kippenhok in de weide, een eindje van de boerderij af.

 

Het onderduiken is erg gevaarlijk en velen lopen risico. Vader Bernard wil niet dat zij een gevaar zijn voor de anderen. Ze zouden verspreid kunnen onderduiken, maar ze besluiten om bij elkaar te blijven en gaan terug naar hun huis aan de Esweg.

 

Dan is begin oktober 1942 een razzia in Borculo. Jan Karssenbarg ziet dit en waarschuwt de familie Meijers. Maar Bernard zegt: "Wij hebben niemand iets kwaads gedaan, wij zijn eerlijke mensen, waarom zouden wij moeten onderduiken?" In de namiddag worden ze meegenomen door de Duitsers. Enkele buurjongens, waaronder Wim Baan, zien dit gebeuren.

 

Op 3 oktober komen ze in kamp Westerbork. De familie gaat al mee op transport op 9 oktober van Westerbork naar Auschwitz. Op de dag van aankomst, 12 oktober 1942, worden Bernard, Eva en Sofia vermoord. Manuel, Philip Levie en Henri moeten nog een paar maanden werken en sterven op 31 januari 1943.

 

Bernard werd 56 jaar en Eva werd 53 jaar.

Manuel werd 24 jaar en Sofia werd 25 jaar.

Philip Levie werd 23 jaar en Henri werd 17 jaar.

 

De zes bomen die ter nagedachtenis van de familie Meijers zijn geplant in het Vrijheidsbos, zijn allemaal kastanjebomen. Hiermee wordt de link gelegd naar Anne Frank: zij keek vanaf haar onderduikadres uit op een kastanjeboom.